Resuscitatie


Resuscitatie, wat betekent dat?

Het is het herstel van micro-organismen met als doel dat ze te bepalen zijn.

Micro-organismen in een levensmiddel kunnen wat betreft hun levensvatbaarheid kunnen verdeeld worden in drie groepen:

Vitale micro-organismen gaan snel groeien, ook op een selectieve voedingsbodem
Subletaal beschadigde micro-organismen gaan alleen groeien op een algemen voedingsbodem, vaak met langere lagfase
Dode micro-organismen niet  in staat te groeien

Het gaat om de middelste groep: subletaal beschadigde micro-organismen . Zij zijn als gevolg van schadelijke invloeden tijdens het productieproces en / of de bewaaromstandigheden niet in staat tot groei in of op een selectieve voedingsbodem. Worden deze cellen echter onder optimale omstandigheden gehouden, dan kan de beschadiging zich zodanig herstellen dat groei mogelijk is , de virulentie terugkeert en de consument schade ondervindt van de aanwezigheid van deze micro-organisme in het product. Het is dus van belang deze micro-organisme in de analytische levensmiddelenmicrobiologie niet over het hoofd te zien. Echter juist vanwege hun beschadigingen is de kans erg groot dat ze gemist worden, want zo lang ze beschadigd zijn, zijn ze niet in staat om op de gebruikelijke selectieve media te groeien
Wil men ze tellen, dan moeten ze eerst herstellen!  Dit herstellen heet (helaas) resuscitatie.
Dus denk nu niet hoera! beschadigde cellen : dan zal dat bij consumptie ook wel zo zijn ! Dus is het niet erg als we ze "overslaan" bij de telling. Vaak herstellen de cellen zich wel bij of in de consument : want de groei is bij consumptie van het met dit product bereide voedsel wel degelijk mogelijk ,het lichaam zelf is een ideaal herstelparadijsje en weer het klassieke voorbeeld Salmonella in babyvoeding, water bij poeder, opwarmen, laten staan en klaar is het levensgevaarlijke kweekje! Ook een te warme koelkast waar iets te lang bewaard wordt kan herstel en zelfs groei veroorzaken van de op het lab niet aangetoonde cellen.

De oorzaken van subletale beschadigingen

Veel:  denk aan de extrinsieke, de intrinsieke en de impliciete factoren, evenals aan bacterievijandige handelingen tijdens het productieproces en / of het verduurzamen. Een lange lijst dus:

  • Verhitten
  • Drogen
  • Bestralen
  • Een lage pH
  • Conserveermiddelen
  • Een lage wateractiviteit
  • Antagonisme,met name zuurvorming door begeleidingsflora
  • Een lage temperatuur


Hoe erg een micro-organisme beschadigd raakt hangt af van:

  • De aard van het micro-organisme
    Sporen zijn het minst gevoelig. Grampositieve micro-organismen zijn meestal ongevoeliger dan gramnegatieve micro-organismen. .Micro-organismen in de logfase zijn weer minder kwetsbaar dan micro-organismen in de stationaire fase.
  • Het product.
    Het product kan beschermend werken. Een micro-organisme in een vet milieu wordt beschermd tegen de werking van in water oplosbare conserveermiddelen.
    Salmonella is hitteresistenter in producten met een lage wateractiviteit zoals melkpoeder.
    Thermofiele micro-organisme overleven bij koeling beter in producten met een pH van 7 dan in producten met een pH van 5.5 of lager.
    Campylobacter overleeft beter op vleesoppervlakken met een hoge aw (kippenvlees) dan met een lage aw (rund- of varkensvlees).
  • De intensiteit van de schadelijke behandeling.
    Hoe sterker de verhitting, hoe intenser de bestralingen, hoe lager de pH, etc hoe ernstiger het effect.

Wat zijn de gevolgen?

In de praktijk is het gevolg dat als er nog een extra stressfactor (hier dus de selectieve voedingsbodem) bijkomt de cellen zich niet meer kunnen herstellen , geen kolonies vormen of een zeer lange lagfase krijgen van 20 uur of langer. Dit leidt tot onderschatting van het aantal kolonievormende eenheden in het product en een overschatting van het letaal effect van een behandeling.

Wat zijn die extra stressfactoren?

Galzouten
Peroxiden
Ántibiotica
Kleurstoffen
Zuren
Warme agar
Andere C-bron of een te hoge concentratie .
Verandering aw
Te hoge incubatietemperatuur.
Kortom allerlei zaken die micro-organismen kunnen overkomen als ze bepaald gaan worden!
Daarom is resuscitatie nodig!

Hoe resusciteren?

Heel eenvoudig. De eerste verdunning bereiden in een vloeibaar medium zonder bovengenoemde stressfactoren bijvoorbeeld trypton-soja-gistbouillon.
Deze verdunning 1 à 2 uur bij kamertemperatuur laten staan en vervolgens de kiemplaatmethode toepassen.
Bij een selectieve ophoping, eerst 6 uur in het vloeibare medium, daarna 1 op 1 verdunnen met dubbel geconcentreerd selectief ophopingsmedium.
Wil je het echt goed doen, dan zul je de optimale resuscitatiemethoden zelf moeten vaststellen, dus gaat het om een belangrijk onderzoek dan ontkom je niet aan een vooronderzoek waarbij je vaststelt (aantoont) dat subletale cellen de gelegenheid hebben gehad zich te herstellen voordat er een selectieve stap plaatsvindt.Resuscitatie gaat indien nodig vooraf aan de bepaling van het kiemgetal en is een onderdeel van de grensreactie.