16 april 2014

E. coli O157:H7gebruikt flagellen om zich te hechten in de celwand van de plant (groente) en kan zich daarna vermeerderen.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Levensmiddelenmicrobiologie

Levensmiddelenmicrobiologie houdt zich bezig met de ongewenste aanwezigheid van micro-organismen in levensmiddelen.
Ook de hygiëne tijdens het productieproces valt eronder,
Hierbij is het aantonen van micro-organismen een taak van het laboratorium.

Microbiologisch onderzoek is mogelijk bij het productieproces, van de producten zelf en in de productieruimte (hygiëne: lucht, voorwerpen, personeel)


Dit alles met als doel een in microbiologisch opzicht veilig eindproduct
Over de nuttige micro-organismen gaat het niet (zoals in yoghurt, kaas, wijn zuurkool) maar juist over schadelijke micro-organismen. die bederf veroorzaken

Een aparte vorm van bederf is de onzichtbare aanwezigheid van schadelijke micro-organismen , een voedingsmiddel kan nog wel eetbaar lijken en toch grote aantallen ziekteverwekkers (zie voedselinfectie) of gifstoffen (zie voedselvergiftiging) bevatten.
Immers micro-organismen kunnen voedselbederf, voedselinfectie en voedselvergiftiging veroorzaken.

Het laboratorium moet dus op zoek naar deze boosdoeners, de toxinen en ook naar micro-organismen die op een verkeerd productieproces wijzen (onvoldoende verhitting, slechte hygiëne, nabesmetting)

Of er micro-organismen  in voedsel aanwezig zijn en welke groepen  hangt af van

1.Het levensmiddel zelf, de fysische en chemische eigenschappen (intrinsieke factoren) bepalen de groeimogelijkheden van micro-organismen, hierbij vindt vrijwel altijd een selectie plaats , zodat het voedingsmiddel bepaalt welke micro-organismen wel en welke micro-organismen niet kunnen groeien. 
Die eigenschappen zijn:

Wateractiviteit, hoeveel water is er voor de micro-organismen?

Zuurstof, hoeveel zuurstof biedt het product het micro-organisme

Structuur, gehakt bederft sneller dan een stukje vlees

Zuur, Zout, Zoet hoe meer hiervan hoe minder micro-organismen een kans krijgen

Conserveermiddelen, toegevoegde remstoffen

Verpakking



2.de omgeving, de extrinsieke factoren:

Temperatuur omgeving

Vochtigheid omgeving

3. Het gedrag en de wisselwerking van micro-organismen in het voedsel , de impliciete factoren


4.
Het productieproces, zijn er stappen waarbij micro-organismen gedood worden?
Is er kans op besmetting? en de bijbehorende kwaliteitszorg: het HACCP systeem