Oefeningen kiemgetal

1.Van een monster water wordt m.b.v. de mengplaatmethode(1 ml per plaat) een zogenaamd aeroob kiemgetal ingezet.Omdat er veel bacterien verwacht worden worden er hoge verdunningen ingezet.

            De resultaten zijn als volgt:

Verdunning

Aantal kolonies plaat1

Aantal kolonies
plaat 2

10.000 x

2400

1800

100.000x

390

320

1.000.000x

53

51

10.000.000x

4

3

 

Proefomstandigheden:
medium:Plate Count Agar,mengplaat (1ml per plaat),aerobe incubatie
incubatietemperatuur:30° C
incubatietijd:48 uur

Vragen:                      
a.Welke micro-organismen worden hier precies geteld?
b.Waarom mag je in dit geval de 10.000 x verdunning ook wel 10-4 noemen ?
c.Maak een werkschema:wat is er allemaal nodig voor de bepaling? denk aan aantal pipetten, aantal buizen en flesjes pfz, hoeveelheid medium.
d.Wat is het aeroob kiemgetal? Geef berekeningen en verklaar.

Antwoord:

1 a. Alle micro-organismen die op Plate Count Agar kunnen groeien.

1 b. In deze verdunning onderzoeken we 1 ml van de 10-4 verdunning is 10-4 ml water.

1.d. Verdunning 10-6 (1.000.000 keer) geeft gemiddeld 52 kolonies. (andere verdunningen ongeschikt:hebben te veel of te weinig kolonies)

Dus 52 kve per 10-6 ml monster.

Dat is 52 x 106 kve per ml monster

Wordt uitgedrukt als 5,2 .106 kve per ml water.


 

2.Achteraf blijkt de analist van opgave 1 een vergissing gemaakt te hebben:in plaats van 1 ml heeft hij telkens 0,1 ml in de platen gepipetteerd.(De verdunningen zijn wel op de juiste wijze aangelegd).Hij komt na het maken van de mengplaten achter zijn vergissing en zet de platen wel in de stoof.

Vragen:
a.Wat is onder deze omstandigheden het kiemgetal? dus uitgaande van de hier beschreven vergissing en de in opgave 1 genoemde resultaten.
b.Mag je nu de 10.000 keer verdunning ook 10 -4 noemen?
(het gebeurt vaak wel, maar wat is er zo verwarrend aan in het laatste voorbeeld?)

Antwoord:

 

2 a. In werkelijkheid is 10 keer zo weinig ingezet, dus de verdunning was achteraf 10 keer hoger en het kiemgetal dus ook:5,2 .107 kve per ml water

2 b. De 10-4 verdunning blijft de 10-4 verdunning, maar we zetten er 0,1 ml van dus komt er op/in de voedingsbodem. In feite onderzoeken we 10 -5 ml. We kunnen dit beter op de plaat schrijven, zodat we achteraf geen vergissing maken.