Waarom worden bacteriën geteld?
Vaak mogen bacteriën,gisten of schimmels (tenslotte zijn micro-organismen overal) wel ergens in voorkomen maar in beperkte aantallen. Er zijn ook situaties waarin een grote aantallen micro-organismen ongewenst zijn: een risico voor de gezondheid van de consument, een teken van ziekte,  slechte hygiëne, ongeschiktheid als zwemwater.
Het zal duidelijk zijn dat op veel laboratoria dagelijks bepalingen worden uitgevoerd om het aantal micro-organismen te bepalen. Bij te grote aantallen komt men in actie: de hygiene is niet goed, een product onveilig. Op een laboratorium wordt daarom de concentratie levende cellen bepaald. In deze gevallen is de bepaling van het aantal cellen noodzakelijk.(In andere gevallen wil je alleen aantonen : dus kijken of ze er al of niet aanwezig zijn)
Dit monster kan een levensmiddel zijn, urine van mens of dier, het oppervlak van een aanrecht, oppervlaktewater enzovoort.
Onder levende micro-organismen verstaat men de micro-organismen die tot groei in staat zijn.
Het is ook mogelijke de levende en de dode cellen te bepalen:een zogenaamde totaaltelling
Hieronder een overzicht met links naar de de deelonderwerpen .

 Levendtellingen (alleen levende cellen)
Levendtellingen
(door waarnemen groei in/op voedingsbodem)
Indirecte levendtellingen
Het voorbereiden
van een 
voor kiemgetal
of MPN
Kiemgetal
(vaste voedingsbodem)
ATP meting
MPN-methode
(vloeibare voedingsbodem)

 

 

Totaaltellingen (dode en levende cellen)

Microscopische tellingen
(zichtbaar door microscoop)

Op objectglas
In telkamertje

Flow Cytometrie :
dode en/of levende cellen

Indirect: Troebeling

Wegen

Chemische bepaling
Real Time PCR

snelle methoden